Dit laatste bericht gaat over het boek. Ik bespreek kort een aantal puntjes.
Thema:
Het verhaal gaat vooral over mishandeling en verwaarlozing. Rosalie wordt totaal verwaarloost en van het ene gesticht naar het andere gebracht. Ze wordt in verschillende tehuizen zwaar mishandeld.
Hoofdpersonage:
Het hoofdpersonage, Rosalie, is een round character. Haar karakter verandert verschillende keren in het verhaal. Als kind was ze zeer levendig en nieuwsgierig, hoe langer ze in de tehuizen verblijft hoe introverter ze wordt. Helemaal op het einde van het verhaal als ze vrij is, wordt ze weer open.
Vertelstandpunt:
Het verhaal is volledig geschreven in de ik-vorm. Alle hoofdstukken zijn geschreven in de persoon van Rosalie buiten het vierde hoofdstuk waar het volledig in Emmeline's persoon staat. De verteller is ook alwetend, je voelt door heel het verhaal dat hij de afloop al weet.
Tijd:
Het boek speelt zich af tussen 1932 en 1982. Het verhaal begint met de geboorte van Rosalie en eindigt als ze 50 is. De vertelde tijd is dus niet gelijk aan de verteltijd.
woensdag 25 november 2015
Het einde van een lange weg
Heyhoi! Rosalie hier weer! Alles gaat goed met mij. Ik woon
nu alleen en ik leerde inkopen doen, geld beheren en nieuwe contacten leggen.
Ondertussen speel ik ook in een orkest, zing ik in een koor en ik leerde me
zelf fietsen. Wijnaerde heeft ondertussen geprobeerd mij te verzoenen met mijn
moeder. Hij had haar adres opgezocht en we zijn er naartoe gereden. Hij ging
eerst naar binnen om te vragen of ze me wou zien. Maar ze wou niet! Ik was best
opgelucht, zou een hard verlangen had ik ook niet naar haar.
Dit wil ik jullie nog even meegeven:
Lang is de tocht
Lang zijn de wegen,
Lang duurt des mensen verlangen,
Voor dat uw wens
Zal worden vervuld;
Of’t slaagt, beslist het lot.
(Lied van Swipdag)
Rosalie
Er is hoop!
Hoi! We zijn nu al een aantal maanden verder sinds mijn
vorige bericht. Ondertussen ben ik dus met zuster Puerila naar Lourdes geweest.

Ik leerde er een begeleidster , Lutgart, kennen. We hebben veel gepraat en ze
werd al gauw een vertrouwenspersoon. Sindsdien ben ik al bij Lutgart , bij haar
thuis, op bezoek geweest. Ik stond er zelf van versteld maar ondertussen ben ik
ook al op weekend geweest bij Lutgart. Kan je dat nu geloven? Ik! Een heel
weekend vrij! We hebben samen wandelingen gemaakt, naar Vivaldi geluisterd,
koffie gedronken,… Vandaag schrijf ik eigenlijk vanuit een revalidatiecentrum.
Er is minder geld voor de gestichten waardoor de lichte gevallen moeten
weggaan. En ik was zo een licht geval.
Eerst zorgde Wijngaerde ervoor dat ik Josane leerde kennen, zodat als ik vrij
kwam vrienden had. Acht dagen heb ik doorgebracht in een herstelhuis. Daarna
moest ik naar het revalidatiecentrum komen, hier moet ik negen maanden
verblijven. Ik werk in een sociale werkplaats, ik moet er naaien. De monitrice
zegt wel dat ik veel te goed naai en daar niet op mijn plek zit. Dus ben ik
vandaag naar de dokter , dr. Kennis, geweest om mij gezond te laten verklaren.
Ik heb ook al een werkplaats in een bejaardenhuis te pakken gekregen, als ik
vrij ben mag ik direct beginnen werken. Hopelijk ben ik snel vrij!
Vrijheden
Hey! Gisteren ben ik weer eens op bezoek geweest bij Lisette,
ik mag nu één keer per maand op bezoek gaan. Ik ga niet alleen bij Lisette maar
ik ga ook bij Wijnaerde op bezoek. Ja, dat lees je goed! Wijnaerde is in een
andere parochie aangesteld, dus mag hij niet meer in het tehuis komen. We hebben wel meer vrijheid nu. Ik mag onder andere
nu mijn eigen kleren naaien, gisteren droeg ik een volledig zelfgemaakt pak bij
Lisette. (Ze vond het zeer mooi!) Ik ben blij dat ik eindelijk mijn eigen
kleren mag maken, ik voelde me gisteren net zoals Lisette. Netjes strak in het
pak, we waren op dezelfde “golflengte” gekleed. Lisette had weer Lambert, de
vriend van haar man, uitgenodigd. Ze vinden dat ik met hem moet trouwen zodat
ik vrij zou komen uit het tehuis. Ik heb er eens over nagedacht…Ik wil wel
vrijkomen maar niet trouwen met Lambert! Morgen ga ik op bezoek bij zuster
Puerila, ze werkt in het tehuis hier een beetje verderop. Zuster Puerila ken ik
nog van vroeger toen ik klein was. Ze gaf me altijd snoepgoed bij feestelijke
gelegenheden, later is ons contact een beetje uitgedoofd. Zuster Puerila
vertrekt binnenkort naar Lourdes en ik ga haar vragen of ik mee mag. Ik
verwacht natuurlijk geen wonderen in Lourdes, ik wil er alleen even tussenuit knijpen. Even een vrij gevoel hebben!
De aalmoezenier
Hallo allemaal! Vandaag ben ik te weten gekomen dat mijn
moeder hier is geweest toen ik terug kwam van Rixensart. De nonnen hebben haar
toen blijkbaar gezegd dat ik epilepsie heb en dat ze me niet mocht zien. Ze
hebben dit jaren voor mij verzwegen. Vreselijk!! Sinds een aantal weken ga ik
nu ook naar de nieuwe aalmoezenier Wijngaerde. Het was pas deze week ,al de
zesde keer, dat ik hem iets heb verteld. Ik kon het nooit over mijn hart krijgen
om hem mijn levensverhaal te vertellen. Maar nu is hij een vertrouwenspersoon
voor mij aan het worden. Ik vertel hem dingen die niemand weet. Bijvoorbeeld hoe ik
de Largactyl druppels vermijd. Ik heb nu geleerd dat als ik dingen hardop
uitspreek, dat ik een gevoel van macht krijg. Ik krijg macht over mijn leven en
het geeft mijn leven eindelijk vorm. Het enige wat Wijngaerde doet als ik er
ben is luisteren. Zijn luisteren is vreemd, onvoorstelbaar, onverwacht,
verwarrend, griezelig, opwindend en misleidend. Hij zegt bijna niets, alleen
dat ik niet mag haten. Ik heb hem namelijk verteld over mijn haat tegenover
mijn moeder. Hopelijk kan ik nog veel tegen hem vertellen, want ik begin me er beter door te voelen!
Bezoek vandaag!
Lisette kwam langs samen met haar drie
kinderen. Lisette zat hier, in Vrieze , ook nog maar die is dan vrijgekomen. We
wandelden een beetje in de tuin, namen foto’s en vertelden verhalen van
vroeger. Ik vertelde haar dat sommige dingen nu wel veranderd zijn bijvoorbeeld
de folterbaden doen ze niet meer. Net zoals de onrustbanden en de douche.
Elektrische shocks geven ze wel nog en die vind ik echt vervelend! Iedereen
wordt nu ook drie frank per uur betaald. En ik krijg er nog vijfhonderd frank
per maand bij, omdat ik dat gaan aanvragen was bij de Commissie van Openbare
Onderstand. Ik ben best wel fier op mezelf dat ik het gaan vragen ben en vooral
dat het me gelukt is. Ik had vooral stress toen ik de gegevens moest invullen.
Met mijn handjevol Frans en mijn handjevol Nederlands is het me dan toch
gelukt. Zuster Cecilia heeft het orkest in een dansorkest veranderd, we spelen
nu niet alleen in de instelling maar ook in de “buitenwereld”. Soms gaan we nu
ook eens naar de zee. We dragen dan zelfgekozen badpakken en met mijn extra
geld kan ik al eens een ijsje kopen. Die dagen aan de zee vind ik geweldig, ik
geniet dan even van mijn vrijheid. Er gaan geruchten rond dat we binnenkort
naar Engeland op reis zouden gaan. Ik stel het me al helemaal voor!!
Veranderingen
Gitaar, mandoline, viool, blokfluit en notenleer. Jaja, we
leren het allemaal hier. Inderdaad grote veranderingen , zuster Cecilia komt nu
muziekles geven. Mandoline speel ik het liefst, het ontspant, ik kan er echt
van genieten.

Het is nu winter en ik heb last van koude voeten. Door die koude
voeten heb ik een opgezwollen blaas en moet ik vaak naar het toilet. Gisteren achtervolgde Verdanda
mij tot aan het toilet. Toen ik buiten kwam beschuldigde ze me ervan dat ik
zeep zou drinken. Ik ben wel niet zot hé! Zeep drinken, allez! Bij het wegen
vandaag bleek dan dat ik 100 gram ben afgevallen waardoor ze haar weer goed
voelde, omdat ze gelijk had van die zeep. Als ik zeep drink zou ik afvallen
volgens haar, daarom moet ik nu een zwart vies poeder innemen. We slapen sinds
vorige week ook niet meer in slaapzalen. “Een goede en een slechte samen” dat
is zowat het motto van Verdanda, daarom slaap ik nu met een zwaar zieke in één
kamer. Zo heb ik toch een beetje meer een privé-gevoel. Nu dat ze toch bezig
zijn met veranderingen krijgen we binnenkort ook een TV. De TV zou komen in de
ontspanningsruimte zodat iedereen samen naar TV kan kijken.
Mijn verjaardag
Vandaag lig ik al een aantal maanden vastgebonden aan mijn
bed. Elke dag eet ik nog steeds flink mijn zes boterhammen en bidden doe ik ook
nog goed. Aalmoezenier Vincke, die me af en toe bezoekt, bracht me vandaag een
nieuw boek mee. Ik kreeg het boek voor mijn verjaardag, niemand die weet
wanneer ik verjaar maar ik denk ergens in november. Vandaag ben ik dus al eenentwintig
jaar op deze aardbol. Het lezen in de boeken van de aalmoezenier doet me denken
aan de tijden dat ik met mijn moeder in de fauteuil moest stilzitten en lezen.

Het enige verschil vandaag is dat ik me nu niet zo erger aan de boeken, ik interesseer
er me nu tenminste in. Soms lees ik de boeken wel twintig keer na elkaar, ik
laat ze dan eerst twee dagen liggen en dan lees ik het nog eens en nog
eens, nog eens, nog eens… Aangezien ik al zo lang in mijn bed lig, kan
ik niet meer slapen ’s nachts. De dokter heeft dan maar beslist om me een
cardiazolkuur te geven. Ik vind het vreselijk! Je hebt geen tijdsbesef meer,
geen idee van wat er gebeurt rondom u en je vergeet alles. Vandaag heb ik ook
beslist dat ik maar eens terug naar het kantatelier wil. Ik wil terug naar
beneden, onder de mensen komen en werken. Verdanda vond het direct goed en ik
mocht weer aan het werk. Ik ben wel opgelucht dat ik eindelijk weer iets anders
kan doen dan liggen!
Emmeline's verhaal
Hallo allemaal! Emmeline vertelde me vandaag zowat heel haar
levensverhaal. Ik vat het kort samen voor jullie. J Emmeline werd geboren in een
huis voor ongetrouwde moeders. Net zoals mij ging ze al van kleins af aan van
het ene tehuis naar het andere. Op een dag komt ze in het tehuis voor
doofstommen en achterlijken in Namur, daar leerde ik haar dus kennen. Een
aantal jaar nadat ze was geplaatst in Namur mocht ze naar huis, omdat ze er een
zusje bijkreeg. Ze ging dan een aantal maand naar school maar dat was niet voor
lang. Tijdens de oorlog werd ze geplaatst in een gesticht voor ondervoeden. Ze
werd ook nog overgebracht naar een tehuis voor moeilijke meisjes en een
verbeteringsgesticht. In het verbeteringsgesticht belandde ze vaak in het
cachot, de dwangbuis en het zwart gat. Het zusje dat ze erbij had gekregen
stierf, maar er kwam al snel een broertje in de plaats. Bij die geboorte werd
ze ook weer overgeplaatst naar een tehuis waar soeur Amalfriede werkt.
Amalfriede was zeer speciaal voor haar, ze werkte in het huis waar ze was
geboren. Ze kregen een zeer goede band maar die moest worden verbroken van de
andere nonnen. Sindsdien ging het alleen maar slechter met Emmeline. Ze werd
overgeplaatst naar Vrieze, hier dus. Nu is ze hier al vier jaar, ze wordt net
als mij zwaar misbruikt en het gaat alleen maar bergaf met haar…
maandag 23 november 2015
Negatief en positief
Er is altijd een positief deel aan een verhaal.
Hey bloggertjes, het gaat niet zo goed met mij. Ik ben terug
opgenomen in het tehuis in Vrieze. Tijdens een ruzie met Odile moest mevrouw
Adeline tussenkomen en ze besloot ,later op de week , me terug te brengen naar
hier. Verzetten doe ik me nu niet meer, ik ben bang voor de straffen van
Verdanda. De laatste tijd kan ik weer niet zo goed slapen. Tijdens een van mijn
slapeloze nachten heb ik mijn naamloze jongen een naam gegeven. Christian. Nu
kan ik, als ik niet kan slapen, denken aan de goede tijden in Rixensart en aan
Christian. Er is ook wel goed nieuws! Tijdens één van onze wandelingen op
zondag zag ik Emmeline weer! We zijn allebei superblij elkaar weer te zien. Ze
werd nu ook geplaatst bij ons in het paveljoen, uitleg komt wel nog later.
Een lichtpuntje
Mevrouw Adeline, ik zal altijd fijne herinneringen aan haar hebben, ze heeft me uit het tehuis in Vrieze gehaald. Nu mag ik helpen in een
tehuis , Rixensart, voor verzwakte
kinderen uit Brussel.

Ik help hier met de kleintjes te wassen, eten geven, de was doen,…En ’s avonds kom ik tot rust in de linnenkamer, ik verstel er kleren van de kinderen. Dit alles doe ik samen met vier andere meisjes. Ze hebben alle vier ook een speciaal verleden. Neem bijvoorbeeld Claire, haar familie kwam om in de oorlog zij was de enige die het overleefde. Marie-Jo daarentegen heeft nog zes broers en zussen, een vader die altijd dronken is en een moeder die wegliep. Ze moest alleen voor de broers en zussen zorgen toen ze daar niet in slaagde werd ze ook naar Rixensart gebracht. De moeder van Odile kreeg dan weer kanker en ze liep weg, de politie bracht haar later ook naar hier. En tot slot is er nog Fine een heel opgewekt meisje met gezond verstand. ’s Zaterdags gaan we naar de cinema, Bonheur des Dames, met het beetje zakgeld dat we krijgen van het werken. Soms gaan we naar twee films na elkaar of we gaan erna iets drinken bijvoorbeeld. Sinds kort mag ik bij mevrouw Stomac om te leren naaien, zo kan ik later mijn eigen geld verdienen zegt mervrouw Adeline. Bij mevrouw Stomac voel ik me op mijn gemak, ze verteld veel verhalen over haar zoon in Amerika en over haar man die in de Eerste Wereldoorlog stierf. Koud. Warm. Koud. Warm. Ja, ik heb last van humeurschommelingen. Ik durf er tegen niemand over praten want ik ben bang dat ze me ziek gaan verklaren. Ik ben nog elke dag bang om naar Vrieze terug te moeten. Maar op de kermis vorige week leerde ik een jongen kennen. Spannend hé! Leren kennen is misschien een groot woord. Hij zei “Allo bébé” tegen me en toen liep hij verder. Ik ben best wel nieuwsgierig naar hem. Ik ken wel zijn naam niet, ik lig er soms nog van wakker ’s nachts, hoe kan die jongen toch heten?!

Ik help hier met de kleintjes te wassen, eten geven, de was doen,…En ’s avonds kom ik tot rust in de linnenkamer, ik verstel er kleren van de kinderen. Dit alles doe ik samen met vier andere meisjes. Ze hebben alle vier ook een speciaal verleden. Neem bijvoorbeeld Claire, haar familie kwam om in de oorlog zij was de enige die het overleefde. Marie-Jo daarentegen heeft nog zes broers en zussen, een vader die altijd dronken is en een moeder die wegliep. Ze moest alleen voor de broers en zussen zorgen toen ze daar niet in slaagde werd ze ook naar Rixensart gebracht. De moeder van Odile kreeg dan weer kanker en ze liep weg, de politie bracht haar later ook naar hier. En tot slot is er nog Fine een heel opgewekt meisje met gezond verstand. ’s Zaterdags gaan we naar de cinema, Bonheur des Dames, met het beetje zakgeld dat we krijgen van het werken. Soms gaan we naar twee films na elkaar of we gaan erna iets drinken bijvoorbeeld. Sinds kort mag ik bij mevrouw Stomac om te leren naaien, zo kan ik later mijn eigen geld verdienen zegt mervrouw Adeline. Bij mevrouw Stomac voel ik me op mijn gemak, ze verteld veel verhalen over haar zoon in Amerika en over haar man die in de Eerste Wereldoorlog stierf. Koud. Warm. Koud. Warm. Ja, ik heb last van humeurschommelingen. Ik durf er tegen niemand over praten want ik ben bang dat ze me ziek gaan verklaren. Ik ben nog elke dag bang om naar Vrieze terug te moeten. Maar op de kermis vorige week leerde ik een jongen kennen. Spannend hé! Leren kennen is misschien een groot woord. Hij zei “Allo bébé” tegen me en toen liep hij verder. Ik ben best wel nieuwsgierig naar hem. Ik ken wel zijn naam niet, ik lig er soms nog van wakker ’s nachts, hoe kan die jongen toch heten?!
zondag 22 november 2015
Mijn tienerjaren
Ik ben nog geen 16 jaar of ik zit al in een gesloten
afdeling in Vrieze. Ik zit nu in het paviljoen , Dimpina, dat wordt geleid door zuster Verdanda. Ik moet hier dagen aan een stuk kantklossen en dus
zeer lang stilzitten. Zuster Verdanda en ik kunnen niet zo goed met elkaar
overweg. Ze heeft me al meerdere keren gestraft door me in bad te steken en mijn
lichaam dan van mijn geest te scheiden met een zeil. Als dat nog niet genoeg
is, geeft ze me een douche met een handdoek op mijn gezicht, zo ben ik een
aantal keer precies verdronken. Vijf nachten heeft ze me al eens vastgebonden.

Kort samengevat: ik word hier zwaar mishandeld. Af en toe worden de tehuizen toch geïnspecteerd, dokter Gobbelin inspecteerde telkens het paviljoen Dimpina. Hij had me vroeger ook al eens onderzocht en toen hij kwam inspecteren herkende hij mij. Dat was een keerpunt in mijn leven! Hij vroeg een zeer goede, intieme vriendin van hem om voor me te zorgen. Gobbelin wou nog iets goed doen in zijn leven, hij had kanker en had niet lang meer te leven. Vandaag kwam mevrouw Adeline, zijn vriendin, me halen in het tehuis. Dokter Gobbelin is spijtig genoeg al overleden.

Kort samengevat: ik word hier zwaar mishandeld. Af en toe worden de tehuizen toch geïnspecteerd, dokter Gobbelin inspecteerde telkens het paviljoen Dimpina. Hij had me vroeger ook al eens onderzocht en toen hij kwam inspecteren herkende hij mij. Dat was een keerpunt in mijn leven! Hij vroeg een zeer goede, intieme vriendin van hem om voor me te zorgen. Gobbelin wou nog iets goed doen in zijn leven, hij had kanker en had niet lang meer te leven. Vandaag kwam mevrouw Adeline, zijn vriendin, me halen in het tehuis. Dokter Gobbelin is spijtig genoeg al overleden.
Mijn kindertijd
Hallo! Ik ben Rosalie, ze noemen mij ook wel eens Rosalie
Niemand of zottin. 1932 was het jaar dat mijn moeder tweeëntwintig was, het
jaar dat ik ben geboren. Mijn moeder had het niet voor mij. Mijn vader? Tja
die heb ik nooit gekend! Al van kleins af aan probeerde ik zoveel mogelijk
aandacht te krijgen van mijn moeder, maar dat draaide fout uit. Als ik oud
genoeg was, moest ik zo snel mogelijk naar de kleuterklas, zo had mijn moeder
overdag al geen last meer van mij. Bijna dagelijks vloog ik op de gang, omdat
ik altijd wel iets fout deed. Uiteindelijk werd de dokter erbij gehaald en hij
verklaarde me ziek. Twee weken geleden werd ik dus geplaatst in een tehuis voor doofstomme en
achterlijke kinderen. Zo is mijn moeder van mij verlost. Ik leerde
hier Emmeline kennen, net als mij hoort Emmeline helemaal niet in het
tehuis. We werden zeer goede vriendinnen tot Emmeline’s moeder haar gisteren kwam halen .
Tijdens de oorlog moeten alle kinderen naar huis. Alleen weet niemand iets van
mijn moeder. Ze hebben me gewoon op de trein richting Brussel gezet.
Uiteindelijk werd ik dan opgehaald door mijn moeder, Anna, maar de vereniging
was van korte duur. Limburg wordt wellicht zowat de mooiste tijd van mijn jeugd. Ik werd naar
Limburg gebracht bij familieleden. Als ik later nog triest ben, zal ik terug denken aan de tijd hier in Limburg.
2 maand later:
Ik zit nu in een instelling voor geestesgestoorde volwassen vrouwen. Ik kom wel goed overeen met Lucie, maar de zusters vinden me onhandelbaar. Ik werd al meerdere keren naar het donker kamertje gebracht.
2 maand later:
Ik zit nu in een instelling voor geestesgestoorde volwassen vrouwen. Ik kom wel goed overeen met Lucie, maar de zusters vinden me onhandelbaar. Ik werd al meerdere keren naar het donker kamertje gebracht.
maandag 2 november 2015
2 november 2015
Toen ze vijf jaar was werd Liliane Stijnen in een gesticht
voor achterlijke kinderen gestopt, want ze was ongewenst. Daar werd ze lastig
en opstandig van. Toen ze twaalf was, werd ze naar een psychiatrische
inrichting voor volwassen vrouwen verplaatst, hoewel ze geestelijk gezond was.
Onder het strenge nonnenregime werd haar hele leven een aaneenschakeling van
vernederingen, psychische martelingen, angst en onnoemelijk veel verdriet.
Vijftig jaar lang was ze niemand, mocht ze niemand zijn en zo werd ze het personage
Rosalie Niemand in een roman van Elisabeth Marain. Liliane Stijnen vertelde
haar verhaal aan Elisabeth Marain die diep onder de indruk was: “Zo stond ze
daar voor me, al vier jaar vrij, niet omdat ze “genezen” was verklaard, maar
omdat de subsidies voor gesloten instellingen verlaagd werden. Ze stond daar en
ik keek naar haar en besefte hoe zij zich ondanks alles op een uitzonderlijke
wijze had opgericht en voor het eerst echt begon te leven op een leeftijd dat
de meesten onder ons het voor bekeken houden. Ik zag haar kracht en onverwoestbaarheid
en besloot over haar te schrijven.”
Auteur: Elisabeth Marain
Uitgeverij: Houtekiet
Plaats van uitgave: Antwerpen / Utrecht
Aantal bladzijden: 294
Korte inhoud

Bibliografische gegevens
Titel: Rosalie NiemandAuteur: Elisabeth Marain
Uitgeverij: Houtekiet
Plaats van uitgave: Antwerpen / Utrecht
Aantal bladzijden: 294
Abonneren op:
Reacties (Atom)